De oorsprong van koffie is omgeven door legenden, maar de meest geaccepteerde versie plaatst het begin van koffie in de oude hooglanden van Ethiopi. Volgens een populaire legende ontdekte een jonge geitenhoeder genaamd Kaldi rond de 9e eeuw dat zijn geiten bijzonder energiek werden nadat ze de bessen van een bepaalde struik hadden gegeten. Nieuwsgierig probeerde Kaldi zelf de bessen en merkte de stimulerende effecten ervan op.
Kaldi bracht de bessen naar een lokale monnik, die ze in eerste instantie afwees en in het vuur gooide. Toen de bessen echter begonnen te branden, verspreidde zich een aangename geur, wat de monniken inspireerde om de geroosterde bessen te gebruiken om een drank te maken. Deze drank hielp de monniken wakker te blijven tijdens lange gebedsdiensten, en zo begon de legende van koffie.
Hoewel deze verhalen vaak als folklore worden beschouwd, wijst historisch bewijs erop dat koffie voor het eerst werd gebruikt in Ethiopi. Van daaruit verspreidde de kennis over koffie zich naar het Arabisch schiereiland. Tegen de 15e eeuw was koffie een belangrijk onderdeel van het dagelijkse leven in Jemen, waar het in Sufi-kringen werd gebruikt om alertheid tijdens nachtelijke gebeden te bevorderen.
De drank verspreidde zich snel naar de rest van het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Turkije, en bereikte uiteindelijk Europa in de 17e eeuw. In het Midden-Oosten werden de eerste koffiehuizen, bekend als "qahveh khaneh," opgericht, die dienden als sociale ontmoetingsplaatsen waar mensen samenkwamen om te discussiren, te lezen en van koffie te genieten.
Vanuit Europa verspreidde koffie zich naar de Nieuwe Wereld, en dankzij koloniale handelsroutes werd koffie in de 18e en 19e eeuw een wereldwijde drank. Tegenwoordig wordt koffie over de hele wereld verbouwd en gedronken, maar het heeft zijn wortels stevig in de Afrikaanse en Arabische cultuur, waar het begon als een eenvoudige ontdekking in de hooglanden van Ethiopi.